Vrede zij met u

“…Verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend is.” (Lukas 10:20)

‘Eindelijk thuis’

Eén van Rembrandts bekendste schilderijen is ‘De verloren zoon’ – met de vader die hem thuis opwacht. Mijn broer Roger kon heel mooi schilderen, althans dat vind ik. U kunt dat nu zelf in dit boek beoordelen. Dit schilderij van Rembrandt heeft hij talloze malen als model gebruikt voor zijn eigen pelgrimstocht, zoekend naar zijn zoon en op weg naar ‘thuis zijn’. Ik heb hierover gepreekt op zijn begrafenis en u kunt er hier ook meer over lezen. Henri Nouwen was mij gelukkig voor en schreef er een prachtig boek bij over zijn eigen pelgrimstocht en ‘thuiskomst’ in het huis van de Vader. Dus dat hoef ik niet meer te doen.

Pelgrim
Ik ben ook op weg naar huis, maar bij mij werd de reis misschien wat langer. En al reizend ben ik een wereldburger geworden die zich overal thuis kan voelen. Het mooie daarbij is dat er, nu ik wat ouder begin te worden, over de hele wereld wel mensen zijn die graag zien dat ik weer eens langskom. Ik voel me eigenlijk een beetje schuldig dat ik zo vaak ‘nee’ moet zeggen. Nee, hotels zullen aan mij niet rijk worden. Trouwens, misschien is het beter om het woord ‘pelgrim’ te gebruiken. Zoals in een oud Nederlands lied: ‘Waarheen pelgrim, waarheen gaat gij – ‘t oog omhoog en hand in hand?’ En dan komt het antwoord: ‘Wij gaan op des Konings roepstem, naar ons huis en Vaderland.’ Vaak heb ik gezegd dat ik eigenlijk meer Gods loopjongen ben. Eén die klusjes loopt te doen met een talent voor dienen, waarmee de Almachtige mij gezegend heeft! Van ‘loopjongen’ heb ik promotie gemaakt en werd ik ‘Gods ezel’ – zoals dat ezeltje uit Betfage op de Olijfberg, wat de discipelen voor de Heer moesten gaan halen, zodat hij daarop kon zitten. Zo’n soort ezel wil ik eigenlijk ook wel zijn. Met een groot kruis op z’n schouders, zoals de ezels hier dat hebben. 

Jezus-dragers
Die ezels zijn van beroep ‘Jezus-dragers’ en dat zag ik wel zitten. Beter gezegd: ik zag Hem wel zitten! We laten Lukas even vertellen wat Jezus zei: “Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen, maar ze aan eenvoudige mensen…” – en ezels zoals ik – “… hebt onthuld […] Gelukkig de ogen die zien wat jullie zien!” (Lucas 10:21-23). 

Toen kreeg ik nogmaals promotie en werd ‘boodschapper’. Ik dacht nog dat ik het misschien tot ‘een wijze uit het oosten’ had geschopt (zie de kameel in het schilderij) maar dat ging helaas niet door. Er waren er nog heel wat die wijzer waren – de ‘wij-zeren’ dus – vóór mij aan de beurt. Weer zag ik mezelf lopen zoals in dat visioen, vijftig jaar geleden. In een lang gewaad, een zonnig land, woestijn – de woestijnen van het Midden-Oosten. En het woord werd vervuld dat ik ooit in Egypte eens bij iemand op tafel had zien liggen. Ik was moe en voelde me niet goed en wat hopeloos; maar ik geloof nog steeds dat het speciaal voor mij daar lag, met de volgende boodschap:

In hoofdstuk 10 vers 1 schrijft Lukas dat de Heer Jezus de discipelen “…twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar hij van plan was heen te gaan.” Lukas schrijft hier meteen achteraan: “Hij zei tegen hen: ‘De oogst is groot maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus […] of hij arbeiders wil sturen […]’ Ga op weg!”

Doe er in Gods Naam wat aan!

Het eigenaardige is dat wij altijd leren dat je Christus moet volgen en je moet laten leiden door de Geest van God. Maar kennelijk was Jezus er bij die les even niet bij. Hij zegt gewoon: Ga maar vast. Ik kom er achteraan! Ik ga al die plaatsen bezoeken waar jullie nu alvast geweest zijn. Geen tijd te verliezen. Verdrietig als je denkt hoeveel tijd er soms verkwanseld wordt met nodeloos wachten.

‘Ga toch! Wacht niet, ik kom eraan!’ Prachtig is dat. En dan komt Lukas 10:5 nog: En als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: ‘Vrede zij met u…’ – Salaam aléikum! “[…] Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.” En nog steeds klinkt dan het antwoord: ‘Aléikum esSalaam! – en ook met u, Vrede!’ Eigenlijk toch wel vreemd dat we dat in Nederland bijvoorbeeld maar bar weinig zeggen of horen. Misschien dat het nu, met al die Arabieren, beter wordt?

Soms denk ik dat voor mij de reis al behoorlijk opschiet en ‘thuis’ in zicht komt, alhoewel ik nog heel graag een paar dingen af zou willen maken. U kunt daarover lezen, achterin dit boekje, bij de projecten. Wij zouden het fijn vinden als u ook meedeed. Al is het maar door elkaar vrede te wensen, in de Naam van onze Heer.

… en zijn Vrede zij over jullie – wa Salaamahoe illakom! ‘Shalom’ mag natuurlijk ook!