Gods Gebarentaal (Uit: ‘Gebaren van God’)
Onderstaand verhaal ‘Gods gebarentaal’ is één van de vele verhalen uit het boek ‘Gebaren van God‘. Word donateur voor maar 3 euro per maand en ontvang het boek gratis. Of bestel het boek voor 10 euro (exclusief verzendkosten).
“De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht. Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord, het is een spraak zonder klank. Over heel de aarde gaat hun stem, tot aan het einde van de wereld hun taal.” (Psalm 19:1-4)
“Dit zal voor jullie het teken zijn […] Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag”. (Lukas 2:12-16)
Beiroet (1971-1977)
Wat mij uiteindelijk in Beiroet deed belanden was de Arabische Gebarentaal, de Taal van de Doven, een ‘teken’taal die ik daar leerde kennen. Boeiend, vloeiend, open en eerlijk, dynamisch en expressief, rijk en vol humor. Ik had al wat talen geleerd, maar dit was nieuw en totaal anders…
Een vriend (Vader Andeweg uit Voorburg) die ik in Jeruzalem had leren kennen, nodigde me uit om hem te helpen bij het clubhuiswerk voor Doven in Beiroet. Van de Zeehavenbuurt in Dordrecht wist ik wel wat over clubhuizen en ik zag ernaar uit om zoiets aan te pakken. Ik had gehoord over dove mensen, maar, dacht ik, het zijn verder toch ook gewoon mensen, dus wat moet daar moeilijk aan zijn? Bovendien was hier een kans om de Arabische wereld te leren kennen. Ik zei gretig: ja!
The Father Andeweg Institute for the Deaf
Het eerste wat me opviel toen ik in Beiroet de schoolpoort van het ‘Father Andeweg Institute for the Deaf’ binnenkwam was de taal. Handen die druk allerlei bewegingen maakten, gezichten die op alle mogelijke manieren betrokken waren bij het gesprek, kleine geluiden erbij… Gebarentaal! Binnen vijf minuten was ik verkocht! Dat moest ik leren! Daarbij komt dat de geschreven en gesproken Arabische taal één van de moeilijkste talen ter wereld is om te leren. Ik dacht bij mezelf dat Gebarentaal allicht eenvoudiger zou zijn. Gelukkig dat die taal van gebaren en van tekens er is, want anders zag het er niet best uit voor Doven. Vooral als er zo weinig mogelijkheden zijn om fatsoenlijk onderwijs te volgen en te leren lezen en schrijven, ook als het horen of zien je misschien vergaat. De gebarentaal, taal van tekenen, is werkelijk een wonder Gods. Ik heb al vaak nagedacht over de teleurstelling die de Almachtige moet beleven als Hij zijn wereld – onze wereld – ziet. Hij buigt zich over de rand en ziet het gerommel van de mensheid. Hij ziet de oorlogen en de honger die door mensen veroorzaakt worden. Hij ziet de ontzettende vervuiling van de aarde – zijn schepping – zijn tuin! En zo kijkt Hij nogmaals en zoekt naar mensen die zijn Woord lezen, de woorden die Hij liet opschrijven en samenvatten in zijn Boek. Helaas zijn die er ook maar bar weinig. En daarvan kan een groot gedeelte amper vatten wat Hij schrijven liet. Ten einde raad gaat Hij misschien te rade bij zijn engelen, de Machtigen der Hemelen. En dan krijgt Hij een idee.
Gods gebarentaal
Als mensen het kunnen ZIEN in een taal van tekens, in Gebaren, zouden ze het dan beter begrijpen? En zo begint de Almachtige opnieuw, maar deze keer in een ‘teken’-taal, in de taal van hen die Doof maar niet dom zijn; die al van vóór de geboorte leren om de fysieke gesteldheid van de moeder te herkennen, alsof ze samen hetzelfde voelen en beleven. Blij, verdrietig, moe, enthousiast, afgepeigerd… Later, op moeders schoot om gevoed te worden, leert hij om moeders gezichts- en lichaamstaal te interpreteren. Gespannen, ontspannen, boos, blij, zingend, brommend, duizenden indrukken vragen om vertaald te worden, vragen om reacties! Gebaren en uitdrukkingen, plaatjes en indrukken zijn onmetelijk rijk en openbaren een wereld om hen heen die langzaam betekenis krijgt. Maar je moet wel doof zijn om dit te kunnen. Want de meeste mensen zijn te lui om hier energie in te steken. ‘Spreken’ gaat nog, maar om deze unieke taal te ‘lezen’ als je dat niet van kinds af aan gewend bent is altijd moeilijker. Dit is de reden dat Dove mensen of kinderen van dove ouders altijd beter zijn in het ‘lezen’ en interpreteren van Gebarentaal. In feite blijft het iets unieks, Gods geschenk aan de wereld van de Doven, maar ook Gods opdracht.
Een taal van tekens en wonderen
Eigenlijk zouden we nu opnieuw de Bijbel moeten gaan lezen, vanaf het begin, om te zoeken naar de tekens. We vinden dan twee bomen: de Boom des Levens en de Boom van de kennis van Goed en Kwaad. We zien een appel en een slang als tekens van verleiding en ongehoorzaamheid. Twee offers – van een lam en van de tuinbouwproducten van het veld, wat het concept van jaloezie tot leven brengt. Engelen die met een zwaard de poort van het paradijs gesloten houden. Mensen voor wie werken een zware opgave wordt waarbij het zweet in stromen langs je lichaam loopt, om van de pijn van zwangerschap en geboorte maar niet te spreken. We ontmoeten Mozes in de wildernis bij een struik die in brand staat maar niet verkoolt en luisteren naar de stem van God. We zien zijn staf van wonderen en trekken met hem mee achter de vuurkolom aan die ‘s nachts de weg wijst en de wolkkolom die het overdag weer overneemt. We zien de koperen slang op een staf die genezing brengt, en waaraan het symbool van een arts ons nog steeds herinnert. We herinneren ons Jozua en trompetten en cimbalen bij de slag om Jericho. We zouden moeten lezen van de wonderen, de tekens, de gebaren Gods. We komen Elia tegen, op weg naar de hemel met zijn vurige paard en wagen, en Elisa die zich een weg baant door de Jordaan zoals Mozes, Jozua en Elia dat ook al deden. Elisa is op weg achter zijn knecht Gehazi aan, die met Elisa’s staf een kleine jongen opwekt uit de dood. We denken aan het kruikje dat maar niet stopt om olie te gieten. We zien hoe David, de gezalfde des Heren, als jonge jongen de reus Goliat verslaat en Jesaja bij Koning Hizkia op bezoek gaat en de zon een eind terugdraait. We zouden kunnen lezen over de profeten, wiens levens en geschriften bol staan van wonderen en tekens…
De tekens van doop en nieuw leven
En zo komt de tijd dat de Almachtige zijn stem weer laat horen, de Hemelen opengaan en Hij de mensen met tekens vertelt hoe innig lief hij hen heeft. Dat Hij teruggekomen is omdat hij zo naar de mens verlangd heeft, nadat ze van de engelen niet meer de tuin in mochten. Nu komt de Almachtige in zijn genade tot de mensen, kwetsbaar, hulpeloos, zonder enige bedreiging, als een baby, het teken van de Liefde Gods. Zoals geschreven staat in het evangelie – de blijde boodschap – van Lukas: “Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voerbak ligt.” Een duif vertelt ons van de Geest Gods die neerdaalt; het teken van water en de doop als symbool van een nieuw verbond en een nieuwe mens. Later is er het teken van een bruiloft waar helaas de wijn op was, die echter op een goddelijke manier weer bijgevuld wordt. De genezingen en vermenigvuldiging van de vijf broden en twee visjes, de opwekking van de dode Lazarus.
‘Ik zal met jullie zijn’
En zo is er uiteindelijk ook het teken van de Here Jezus, dat hij ons nooit meer alleen zal laten, maar bij ons zal zijn tot aan het einde. De Gebarentaal van God eindigt met een kruis, de verzoening van de mens met de Almachtige, een open graf voor een nieuw begin, en het teken van brood en wijn, zijn lichaam en zijn bloed, van zijn aanwezigheid; met het gebod dat, zolang je dit eet en drinkt, je aan hem zult denken! God in zijn genade heeft alles nog eens vertaald, in een taal die misschien wat makkelijker te bevatten is. En nu zoekt Hij Dove mensen, experts op het gebied van de Gebarentaal, die horenden kunnen helpen bij het interpreteren van deze taal van tekens en gebaren, van wonderlijke, zichtbare elementen. Een taal van een God die het niet opgeeft totdat Hij ons, u, mij, weer gevonden heeft.
Als mensen het kunnen ZIEN, zouden ze het dan beter begrijpen?